Begrippenlijst
B
-
BasisondersteuningBasisondersteuning is hulp die iedere school zou moeten kunnen bieden, bijvoorbeeld bij lees- of rekenproblemen. Denk aan hulpmiddelen bij dyslexie of dyscalculie.
E
-
ErvaringsdeskundigenErvaringsdeskundigen zijn mensen die hun eigen praktijkervaring inzetten om anderen te helpen. In dit geval gaat het om ouders die veel weten van passend onderwijs, vaak door ervaringen met hun eigen kind(eren). Ze zijn onafhankelijk en kunnen zich goed verplaatsen in ouders die vragen hebben over passend onderwijs.
-
Extra ondersteuningWanner er meer nodig is dan de basisondersteuning, noemen we dit extra ondersteuning. Welke extra hulp een school kan bieden, staat in het schoolondersteuningsprofiel (SOP).
H
-
HandelingsdeelHet handelingsdeel is één van de twee onderdelen van het ontwikkelingsperspectief (OPP). Hierin staat de extra hulp beschreven die nodig is om de doelen te halen.
I
-
InstemmingsrechtDe school moet ouders altijd om hun instemming vragen bij een ontwikkelingsperspectief (OPP) over het kind. Dat heet het instemmingsrecht. Het OPP is pas geldig wanneer de ouders hebben aangegeven dat ze het ermee eens zijn.
-
Intern begeleiderDe intern begeleider (of IB’er) houdt zich op school bezig met leerlingenzorg. De precieze taken kunnen per school verschillen. Sommige scholen hebben geen intern begeleiders, maar zorg- of ondersteuningscoördinatoren. Die doen ongeveer hetzelfde.
J
-
JeugdhulpDe intern begeleider (of IB’er) houdt zich op school bezig met leerlingenzorg. De precieze taken kunnen per school verschillen. Sommige scholen hebben geen intern begeleiders, maar zorg- of ondersteuningscoördinatoren. Die doen ongeveer hetzelfde.
L
-
LeerlingdossierLeerlingdossier
-
LeerlingenvervoerVervoer voor kinderen die niet zelf naar school kunnen, noem je leerlingenvervoer. Het gaat om kinderen die bijvoorbeeld door een handicap, ziekte of gedragsproblemen niet zelfstandig kunnen reizen. Ook kinderen die ver weg van school wonen, kunnen gebruikmaken van leerlingenvervoer. Leerlingenvervoer kan worden aangevraagd bij de gemeente.
-
LeerlingvolgsysteemVorderingen en resultaten van leerlingen worden op school bijgehouden in een leerlingvolgsysteem.
-
LeerplichtambtenaarElke gemeente heeft minstens één leerplichtambtenaar in dienst. Deze controleert of kinderen naar school gaan. Als ouder kun je bij de leerplichtambtenaar ontheffingen en vrijstellingen aanvragen. Ook kan de leerplichtambtenaar helpen zoeken naar oplossingen wanneer er problemen zijn met naar school gaan.
-
Leerwegondersteunend OnderwijsVoor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben om hun diploma te halen, is er een pakket met ondersteuning beschikbaar. Dat noem je leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). De school bepaalt hoe die ondersteuning er precies uitziet. Het kan gaan om bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding, training of kleinere klassen.
O
-
OndersteuningsplanDe afspraken die een samenwerkingsverband maakt over extra ondersteuning, staan in een ondersteuningsplan. Dit plan wordt gebruikt door de scholen binnen het SWV om passend onderwijs te bieden aan alle kinderen in de regio.
-
Ontwikkelingsperspectief (OPP)Scholen maken een plan voor elke leerlingen die extra hulp nodig heeft: het zogenaamde ontwikkelingsperspectief (OPP). Daar staat in wat de school doet om het kind op een goede manier te laten leren en welke doelen daarbij horen. Een ontwikkelingsperspectief bestaat vaak uit twee delen: het uitstroomprofiel en het handelingsdeel. Het uitstroomprofiel gaat over: welk onderwijs kan het kind na de basisschool gaan volgen? Het handelingsdeel gaat over de extra hulp om de doelen te halen. Ouders en school moeten het samen eens worden over dit deel. Het handelingsdeel wordt daarom ook ‘OOGO’ genoemd: ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’. Een ontwikkelingsperspectief bestaat uit minimaal twee delen: het uitstroomprofiel en het handelingsdeel. Het uitstroomprofiel gaat over het onderwijsniveau waar een kind naartoe werkt. Welk onderwijs kan een kind na de basisschool gaan volgen? Het handelingsdeel gaat over de extra hulp om de doelen in het plan te halen. Over dit deel moeten ouders en school het samen eens worden. Daarom heet het ook wel ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ of ‘OOGO’.
P
-
Passend onderwijsPassend onderwijs wil zeggen dat alle kinderen onderwijs krijgen dat bij ze past. Op een reguliere school, op een school in het speciaal basisonderwijs (sbo), het speciaal onderwijs (so), het voortgezet speciaal onderwijs (vso) of het praktijkonderwijs (pro). Schoolbesturen zijn verplicht om voor iedere leerling die is ingeschreven of aangemeld passend onderwijs te bieden.
-
PraktijkonderwijsPraktijkscholen zijn middelbare scholen waar leerlingen vooral leren door te dóen. Leerlingen krijgen in het praktijkonderwijs veel begeleiding in kleine klassen. Met een opleiding op een praktijkschool kunnen ze later praktisch werk gaan doen in bijvoorbeeld de techniek, zorg, persoonlijke verzorging of horeca. Of ze kunnen ze doorstromen naar het mbo.
R
-
Remedial teacherRemedial teachers zijn bevoegde leerkrachten die extra ondersteuning geven aan leerlingen met bepaalde leer- of gedragsproblemen.
S
-
SamenwerkingsverbandReguliere scholen, scholen voor speciaal onderwijs en scholen in het speciaal basisonderwijs werken regionaal met elkaar samen. Dat doen ze in een samenwerkingsverband (SWV). Daarin maken ze afspraken: bijvoorbeeld over welke hulp scholen bieden en voor welke leerlingen plaats is in het speciaal (basis)onderwijs. Ook overleggen ze met elkaar over de verdeling van het geld voor passend onderwijs. Al deze afspraken leggen ze vast in een ondersteuningsplan.
-
SchoolbestuurSchoolbesturen dragen de eindverantwoordelijkheid voor alle beslissingen die over de school gaan. Vaak vallen onder één bestuur meerdere scholen. Schoolbesturen hebben zorgplicht. Dit betekent dat alle kinderen die zich hebben aangemeld of ingeschreven bij de school, passend onderwijs moeten krijgen. Dat hoeft niet altijd op een school van dat bestuur te zijn. Een schoolbestuur kan ook een andere school vinden die beter in staat is om hulp te bieden.
-
Schoolondersteuningsprofiel (SOP)Een schoolondersteuningsprofiel (SOP) is een document waarin staat welke ondersteuning de school kan geven. Scholen moeten iedere vier jaar een nieuw SOP maken. Het document is te vinden op de website van de school of in de schoolgids.
-
Speciaal basisonderwijsSpeciaal basisonderwijs is voor kinderen met lichte leerproblemen. Dit zijn bijvoorbeeld problemen met concentratie of motoriek. De klassen zijn vaak kleiner en er is méér extra hulp dan op ‘gewone’ scholen.
-
Speciaal onderwijsEen startkwalificatie is een diploma op mbo- (niveau 2 of hoger), havo- of vwo-niveau.
-
StartkwalificatieEen startkwalificatie is een diploma op mbo- (niveau 2 of hoger), havo- of vwo-niveau.
T
-
ToelaatbaarheidsverklaringAls je kind naar het speciaal (basis)onderwijs gaat, vraagt de nieuwe school om een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). In de TLV staat welke hulp je kind nodig heeft. Ook staan er adviezen in van minstens twee onafhankelijke deskundigen, zoals een orthopedagoog, psycholoog, arts, kinderpsychiater of maatschappelijk werker.
V
-
Voortgezet speciaal onderwijs (vso)Het voortgezet speciaal onderwijs is voor leerlingen die méér extra hulp nodig hebben dan een reguliere school kan geven. De klassen zijn meestal kleiner en er wordt minder van lokaal gewisseld. Ook is er meer extra hulp. De leerdoelen kunnen anders zijn dan op een reguliere school en ook moeten leerlingen soms op een andere manier eindexamen doen.
-
VrijstellingSoms kan een kind dat leerplichtig is toch niet naar school. Bijvoorbeeld door lichamelijke of psychische problemen. Of doordat de wijze van lesgeven niet past bij de behoeften van het kind. Dan is het soms mogelijk dat een kind vrijstelling krijgt.
Z
-
ZorgcoördinatorDe zorgcoördinator (ook wel ondersteuningscoördinator of intern begeleider) is een medewerker van school die zich bezighoudt met leerlingenzorg. De precieze taken verschillen per school.
-
ZorgplichtHet bestuur van een school is verplicht om iedere leerling die is ingeschreven of aangemeld, passend onderwijs te geven. Dat noemen we de zorgplicht. De school kan die hulp niet altijd zelf bieden. Dan moet het bestuur helpen om een passende school te vinden voor de leerling.